Afbouwkeur encyclopedie
Kaleilaag. Osmose. Aanbranden. Wapeningsgaas. Er zijn heel veel afbouw specifieke termen. Zoals zoveel beroepsgroepen heeft ook de (af)bouwbranche naast het ‘gewone’ Nederlands nog een eigen woordenschat. Vakbroeders verstaan elkaar doorgaans wel, maar we willen geen ‘bouwbylonische’ spraakverwarring. Daarom een afbouw encyclopedie om een groot (en nog steeds groeiend) aantal vaktermen toe te lichten.
PAGO
Afkorting voor Periodiek Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek.
Paleerijzer
IJzeren spatel voor het af- of bijwerken van aansluitingen tussen gipsvormen en gipsornamenten. Hulpmiddel voor het verfijnd bewerken van geornamenteerde oppervlakken.
Palmet
Symmetrisch ornament gelijkend op een palmblad; afkomstig uit de Griekse oudheid.
Paneel
Rechthoekig vlak, gevat in een omlijsting, toegepast in deur of luik. Als decoratief motief ook toegepast in een fries of een liseen.
Pantserdekvloer
De pantserdekvloer is een harde toplaagvan een dekvloer. De pantserdekvloer heeft specifieke eigenschappen en is slijtvaster, harder en elastischer dan een ‘gewone’ dekvloer. Een pntserdekvloer is ook op kleur te maken. De vloer is stofvrij en makkelijk te onderhouden. Door andere additieven toe te voegen kunnen de eigenschappen van de vloer worden veranderd om deze aan te passen op het uiteindelijke gebruik.
Pantserweefsel
Sterk wapeningsweefsel. Zie wapeningsweefsel.
Papierband
Wapeningsband van papier met daarin vezels toegepast in de voegafwerking van gipsplaten.
PBM
Afkorting voor persoonlijke beschermingsmiddelen.
PC
Afkorting voor prijscompensatie.
Pc-Mortel
Een met kunsthars(en) gemodificeerde cementmortel.
Peil
Hoogtemaat; bovenkant van de begane grondvloer.
Peildatum
De kalenderdag waarop de feitelijke voortgang van de uitvoering van het werk wordt vergeleken met het overeenkomstige plan.
Peilmerkteken
Merkteken dat het peil één meter boven het afwerkpeil van de vloer aangeeft.
Permeabiliteit
Zie doorlatendheid.
P-Formule
Recepturen voor stukadoorsspecie volgens het standaardreferentiebestek. Sinds 1986 vervangen door speciegroepen. Zie speciegroep.
PGB
Afkorting voor Producenten Gepleisterd Bouwen.
PGS
Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen is een vervanging van de vroegere CPR 15-reeks.
pH-Waarde
Getal dat aangeeft in welke mate een vloeistof of een vaste stof in combinatie met water, zuur (pH<7), neutraal (7) of alkalisch (basisch) (pH>7) reageert. Zie ook Alkalisch en Zuurtegraad.
Pigment
Product, meestal in de vorm van een fijn poeder, dat praktisch onoplosbaar is en dat ingebracht wordt met als doel kleur te geven.
Pijler
Pilaar, vrijstaande drager van een boog, hoofdgestel, gewelf of balk.
Pilaster
Vierkante, uit een wand of uit de hoek van twee wanden enigszins naar voren komende zuil.
Pinakel
Uit de gotische bouwkunst afkomstig verticaal decoratief ornament, boven en naast vensters en portalen, op steunberen (ter verzwaring) en op borstweringen.
Piron
Bolvorming op een voet staand ornament op de uiteinden van een nok.
Pl
Afkorting voor Prestatie Indicatoren (prestatie aanwijzingen).
Plaatdragende profielen
Metalen profiel waartegen de gipsplaten worden geschroefd.
Plaatselijke reparatie
Verbetering of reparatie van beperkte afmetingen van dekvloer of dragende ondergrond.
Plafond
Zichtvlak aan de onderzijde van de bovenliggende vloer of constructie in een ruimte.
Plafonneur
Franse benaming voor een werknemer die is belast met het monteren van systeemplafonds.
Plafonneur/wandensteller
Werknemer die belast is met één of meer van de navolgende werkzaamheden: het (eventueel van tekeningen) maken van wanden en/of al dan niet vrijhangende plafonds met behulp van enigerlei materiaal, al dan niet dienende voor verdere afwerking en het verrichten van bijkomende werkzaamheden, zoals onder meer het aanbrengen van profielen cq. strips en het aanbrengen van armaturen.
Plastificeerder
- Hulpstof die het mogelijk maakt om het watergehalte van een vloerspecie te verlagen zonder de consistentie te beïnvloeden, of om de plasticiteit te verbeteren zonder het watergehalte te beïnvloeden, dan wel om beide effecten te verkrijgen.
- Een oppervlaktespanning verlagende hulpstof met het doel de plasticiteit (verwerkbaarheid) van specie te vergroten met handhaving of verlaging van de watercementfactor.
Plastificeermiddel
Zie plastificeerder.
Plastische fase
Tijd tot aan het begin van de binding van het materiaal.
Plastische krimpscheuren
Krimpscheuren, ontstaan in de periode tussen het storten van de specie en het begin van de verharding.
Platenkar
Transportmiddel op de bouwplaats voor horizontaal transport van plaatmateriaal.
Platenlift
Hulpmiddel bedoeld om de gipsplaten te monteren tegen het plafond.
Platensnijder
Gereedschap voor het snijden van gipskartonplaten.
Pleister
Algemene benaming van stucmaterialen bestaande uit kalk, gips, cement of andere bindmiddelen en eventueel zand of andere vulstoffen. Zie ook specie.
Pleisterdrager
Een ondergrond, deel uitmakend van de bouwconstructie met constructieve of niet constructieve eigenschappen, waarop stukadoorswerk kan worden aangebracht. De pleisterdrager kan uit steenachtig materiaal zijn samengesteld, b.v. beton, lijm- of metselwerk, of bestaan uit een samenstel van materialen zoals een houten of metalen raster, skelet of frame en een bekleding van b.v. gipsplaten, steengaas, stucanet, ribbenstrek, riet e.d.
Pleisteren
Het uitvoeren van handelingen met een spaan aan een gestukadoord plafond en/of wand met als doel de toegepaste pleister glad af te werken.
Pleistermortel
Verharde pleisterspecie.
Pleisterprofiel
Een verzamelnaam voor profielen die in stucwerk kunnen worden toegepast, zoals een stucstop of een hoekbeschermer.
Pleisterstrip
Te ontraden term voor pleisterprofiel.
Plenumhoogte
Ruimte tussen de bovenzijde van het plafond en onderzijde van de vloer.
Plint
Lage lijst onderlangs een muur of wand, zowel binnen als buiten toegepast
Plintveer
Een aan het oppervlak van een wand, plafond of gevel verkleefde of op een andere manier tijdelijk bevestigde geleidelat met als doel dikte en richting aan te geven van een hiertegen aan te brengen specie of pleisterlaag.
PMMA
Zie: Polymethylmethacrylaat.
Pneumatisch
Op perslucht werkend.
Polieren
Zuid-Nederlandse benaming voor afspanen. Duitse benaming voor polijsten.
Polierijzer
Spaan voor het manueel afwerken van de dekvloer.
Poliermachine
Machine, meestal gebruikt voor grote oppervlakten, met volle schijf, voor het mechanisch verdichten en vlakschuren van het dekvloeroppervlak.
Polijsten
Een oppervlak met een polijstmiddel door een fijne wijze van slijpen of schuren glad en glanzend maken.
Polijster
De werknemer die is belast met het schuren en polijsten van b.v. hoogglanzend terrazzowerk of een ander type te polijsten afwerking.
Politoeren
Bewerking waarbij een oppervlak door schuren met zeer fijnkorrelige, schurende middelen een glad en (hoog)glanzend uiterlijk wordt gegeven.
Polyethyleenfolie
Zeer dunne plastiek folie, doorgaans op rollen van verschillende breedte, die afgerold aangebracht wordt met de nodige overlapping, eventueel gelast of gelijmd wordt (volgens fabricageprocédé) om vochtopstijging of vochtverlies te beletten. Kan ook toegepast worden ter afscherming van materialen of andersoortige oppervlakken.
Polymeer
Een organisch materiaal in de vorm van kunststofdispersie of water-emulgeerbare kunststof, dan wel waterdispergeerbaar poeder.
Polymethylmethacrylaat
Thermohardende kunsthars, dat wordt gebruikt als bindmiddel.
Polypropyleenvezels
Draadvormige deeltjes van polypropyleen met of zonder coating bestemd om te worden toegevoegd aan specie met als doel het beperken van de scheurgevoeligheid ten gevolge van plastische krimp. Zie ook staalvezels.
Polyurethaanhars
Thermohardende kunsthars, dat wordt gebruikt als bindmiddel.
Polyvinylacetaathars
Hulpstof, doorgaans opgelost in verschillende concentraties in water, die o.a. aan de mortelspecie toegevoegd wordt om bijvoorbeeld haar verwerkbaarheid en/of haar mechanische kenmerken te wijzigen.
Ponsdiepte
Pons- of inslagdiepte (mm) veroorzaakt door het vallen van een massa op een cilinder die in contact is met het oppervlak van het te controleren materieel, ter bepaling van zijn mechanische weerstand.
Poreus
Het aanwezig zijn van poriën in een stof.
Poreusheid
Verhouding tussen het volume aan poriën en het totale volume van het materiaal.
Porringpunt
Het punt waar de porringsdraad wordt vastgehecht.
Portaal
Onmiddellijk aan een ingang grenzende ruimte, waardoor men een gebouw binnentreedt.
Portiek
Vaak ingebouwde, aan de straatzijde geheel open ruimte, waarin zich de ingang van een gebouw bevindt.
Portlandcement
Cement bereid door het branden van een mengsel van kalk en leem, waarna het fijn gemalen wordt. Kenmerkende eigenschap is dat het hydraulisch kan afbinden.
Potlife
Tijdsduur waarbinnen een aangemaakt meercomponentenproduct moet zijn verwerkt.
Prestatie-Bestek
Bestek op basis van eisen gesteld aan de gevraagde functionaliteit. Zoals o.a. drukvastheid, warmteweerstand, waterdichtheid.
Prestatie-Eis
De prestatie die een object moet leveren binnen de van dat project gevraagde functionaliteit, ofwel binnen de door dat object te vervullen taak.
Preventief onderhoud
Werkzaamheden die volgens plan worden uitgevoerd met als doel schade aan een gebouw of bouwdelen te voorkomen om hiermee de levensduur te verlengen.
Preventieve maatregel
Maatregel die is bedoeld om te voorkomen dat iets gebeurt wat niet gewenst wordt.
Prikrol
Roller voorzien van naalden om een pas aangebrachte vloerafwerking te ontluchten.
Prikschoenen
Ook wel spijkerschoenen genoemd. Schoenen die worden gebruikt om in een dunne, natte laag te lopen tijdens de verdere bewerking, zonder dat daarbij sporen worden achtergelaten.
Primer
Vloeistof (doorgaans harsen in despersie of in oplossing) die met een bepaald doel als eerste bewerking of als grondlaag op een ondergrond wordt aangebracht. De samenstelling verschilt naar gelang de ondergrond en het nagestreefde doel.
Producteisen
De eisen gesteld aan de eigenschappen van een product.
Productieproces
Het geheel van in de tijd samenhangende activiteiten die nodig zijn ter realisatie van het gevraagde product.
Productinformatieblad
Een informatieblad waarop alle voor de gebruiker relevante gegevens staan vermeld om het product te verwerken.
Proeftegel
Proefmonster in de vorm van een plak verharde dekvloermortel.
Programma van eisen
Een document dat op basis van vereiste gebruiksfuncties een inventarisatie geeft van de verlangde kenmerken van een dienst, product of bijvoorbeeld bouwdeel.
PS
Afkorting voor Polystyreen.
Ps-Plaat
Zie polystyreenplaat.
Puntbelasting
De belasting van één bepaald punt op een oppervlak.
Puntgevel
Gevel eindigend met een driehoekig bovendeel, overeenkomend met de vorm van het aansluitende zadeldak.
PUR
Afkorting voor Polyurethaan.
Putkalk
Zie kalkdeeg.
Puzzolaanaarde
- Roodachtige vulkanische aarde, uit de omgeving van de Vesuvius, aldus genoemd naar het dorp Puzzuoli; als hydraulische toeslag gebezigd.
- Gemalen, doch niet gebrand mengsel van drooggebluste kalk of tras en hoogovenslakkenmeel.
PvA (Plan van Aanpak)
Plan om de gesignaleerde risico's binnen een bedrijf aan de pakken en te zorgen dat de risico's worden verlaagd. Een Plan van Aanpak is het logische vervolg op de RI&E (risico inventarisatie en evaluatie)