Werk conform de verwerkingsrichtlijn
Alle afbouwbedrijven
aangesloten bij NOA

Hoe verschillende droogtijden elkaar in de weg (kunnen) zitten

Kalkzandsteen lijmblokken en lijmelementen in combinatie met gipsgebonden pleisterwerk dient speciale aandacht te krijgen. Bij onjuiste systeemopbouw kan na enkele jaren de pleisterlaag bol gaan staan en komt deze los van het kalkzandsteen. Om dit te voorkomen, kan gewerkt worden conform de verwerkingsrichtlijn voor het aanbrengen van een gipsgebonden pleistersysteem op kalkzandsteen lijmblokken en kalkzandsteen lijmelementen.

De randvoorwaarden voor goede hechting omvatten de volgende punten:

  1. Drogingskrimp (kalkzandsteen en gipspleister)
  2. Klimatologische omstandigheden in de werkruimte
  3. Materiaal en opslag
  4. Controle/inspectie
  5. Voorbereiding/voorbehandeling
  6. Het aanbrengen van gipsgebonden pleisterlagen
  7. Conditionering tijdens de drogingsfase

1. Drogingskrimp van kalkzandsteen en gipspleister

Kalkzandsteen lijmblokken en lijmelementen die tijdens het verlijmen nat zijn verwerkt of nadien door onvoldoende bescherming tegen vocht nat zijn geworden, zullen pas drogen nádat de gipsgebonden pleisterlaag is aangebracht. Afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden kan dit proces vele maanden duren, terwijl het drogingproces van de gipsgebonden pleisterlaag al volledig is voltooid.

Van kalkzandsteen is bekend dat de gemiddelde drogingskrimp 0,35 mm per strekkende meter bedraagt. Het betreft dan een krimp die tijdens een relatief langdurig proces optreedt. Dat loopt vanaf het moment dat de natte kalkzandsteen begint te drogen en duurt totdat de kalkzandsteen volledig droog is en een evenwichtsvochtgehalte heeft bereikt. Een eenvoudige berekening leert dat dit bij een kalkzandsteenwand met een lengte van bijvoorbeeld 7 meter neerkomt op: 7 x 0,35 mm = 2,45 mm krimp.

Ook gips kent een drogingskrimp en deze bedraagt (afhankelijk van merk en soort) ca. 0,3 mm per strekkende meter. Deze drogingskrimp is dus nagenoeg gelijk aan de drogingskrimp van kalkzandsteen. De drogingskrimp van gips treedt echter snel op, omdat gips zeer snel het evenwichtsvochtgehalte bereikt, terwijl de drogingskrimp van de kalkzandsteen dan pas begint (langzame krimp). Er is dus geen sprake van gelijktijdig optredende materiaalkrimp. 

De droge gipsgebonden pleisterlaag zal de krimp van de kalkzandsteen niet kunnen volgen en door de enorme spanning die dit met zich meebrengt zal de gipslaag onthechten van de kalkzandsteenlijmelementen / kalkzandsteenblokken. Dat de onthechting zich voordoet op plaatsen met een verminderde hechting, veroorzaakt door natte kalkzandsteen of het ter plaatse bezwijken van de grondeerlaag, spreekt voor zich.

Het lijmbedrijf dient de kalkzandsteenlijmelementen “vol en zat” te verlijmen en vrij van stof en lijmresten op te leveren.

2. Klimatologische omstandigheden in de werkruimte (aanbeveling)

  • Het gebouw dient water-, winddicht en opgeruimd te zijn;
  • Tijdens het stukadoren van wanden en plafonds dient de temperatuur van de lucht en van de te stukadoren oppervlakken minimaal + 5 °C te bedragen. Bij voorkeur geldt echter een omgevingstemperatuur die ligt tussen de + 10 en + 20 °C.

3. Materiaal en opslag (aanbeveling)

  • Kalkzandsteen lijmblokken of lijmelementen dienen - onder verantwoordelijkheid van het verwerkend bedrijf en de (hoofd)aannemer, droog en volgens voorschriften te worden verwerkt en dus tijdens de opslag tegen weersinvloeden te worden beschermd. Ook na het verwerken en zeker zolang het gebouw nog niet water- en winddicht is, dienen maatregelen te worden getroffen die voorkomen dat de kalkzandsteen lijmblokken en/of lijmelementen nat worden.
  • Gips en voorstrijkmiddelen dienen (binnen) droog te worden opgeslagen bij een temperatuur van minimaal + 5 °C.

4. Controle en inspectie (richtlijn)

In de dagelijkse praktijk wordt er vanuit gegaan dat met het aanbrengen van een gipsgebonden pleistersysteem kan worden begonnen als de ondergrond winddroog is. In veel gevallen is de ondergrond dan echter nog niet droog genoeg om schadevrij te kunnen voorbehandelen en stukadoren. Voordat de werkzaamheden worden opgestart dienen steekproefsgewijs - zeker op natte plekken - indicatieve vochtmetingen uitgevoerd te worden. Als minimale eis moet worden aangehouden dat kalkzandsteen niet meer dan 2 % vocht mag bevatten. Voor het bepalen van het vochtgehalte gaat de voorkeur uit naar het gebruik van een CM-meter.

5. Voorbereiding en voorbehandeling (richtlijn)

  • Alleen op een volledig droge (kalkzandsteen) ondergrond (< 2 %) mag een alkalibestendige grondeerlaag of - kwartshoudend voorstrijkmiddel worden aangebracht;
  • Voorstrijkmiddelen altijd afdunnen en verwerken volgens de voorschriften van de fabrikant. Het is belangrijk dat de ondergrond over een zuigend vermogen blijft beschikken!
  • Voorstrijkmiddelen dienen afgestemd te zijn op de aan te brengen gipspleister;
  • Aangebrachte voorstrijklagen minimaal 24 uur laten drogen.

6. Het aanbrengen van gipsgebonden pleisterlagen (richtlijn)

  • Breng de gipsgebonden raap- of pleisterlagen aan in een door de fabrikant voorgeschreven laagdikte. Houd hierbij rekening met de eisen, zoals deze zijn gesteld in de ‘Oppervlaktebeoordelingscriteria stukadoorswerk binnen’ en de geldende regelgeving;
  • Bouwkundige dilataties dienen in het stukadoorswerk altijd te worden gevolgd.

7. Conditionering tijdens de drogingsfase (aanbeveling)

  • Na het aanbrengen van de gipsgebonden raap- of pleisterlagen dienen de gestukadoorde ruimtes goed geconditioneerd (d.m.v. gedoseerd verwarmen en ventileren) te worden;
  • Op gipsgebonden pleisterlagen die langdurig nat blijven kunnen schimmelplekken ontstaan of kan bijvoorbeeld Calciumsulfaat (zouten) uittreden, hetgeen kan leiden tot verkleuring of in het ergste geval tot onthechting;
  • De temperatuur dient minimaal + 5 °C te bedragen. Bij voorkeur geldt echter een omgevingstemperatuur die ligt tussen de + 10 en + 20 °C.